Directe link:
Directe link:
Begin dit jaar zat ik bij een lezing van Ruud Koornstra, die vele functies en zakelijke successen in de duurzaamheid op zijn naam heeft staan. Een leuk en interessant spreker. Om zijn lezing wat interactiever te maken stelde hij het publiek af en toe wat vragen. Zoals deze: ‘Wie in deze zaal gelooft niet in klimaatverandering?’ Het was duidelijk even een kort vraagje, niet een echte vraag; meer retorisch. Want wie zou er zo gek zijn?
Niemand stak dan ook zijn vinger op. En op dat moment wist ik dat ik dit wel moest doen. Weliswaar wat halfslachtig, want ik voelde in mijn hele lijf hoe belachelijk ik mezelf hiermee maakte in een zaal vol ‘weldenkende’ mensen. Hoe kun je nou ‘de consensus’ van het IPCC niet geloven? Ik kan me goed voorstellen dat er gedacht werd: ‘Ach, wat erg voor hem; hij is door desinformatie op het verkeerde pad gekomen.’
Maar wel of niet klimaatverandering was helemaal niet mijn punt. Om mijn uitstoot van broeikasgassen te verminderen heb ik sinds een bewustwording in 2006 telkens stappen gezet, zoals het stoppen met het eten van vlees en vis, stoppen met vliegreizen, de trein als standaard vervoersmiddel nemen en het bewuster en dus ook minder consumeren. Overigens zonder daar nou trots op te zijn; het kost eigenlijk geen moeite. En ik heb nog meer dan genoeg luxe en welvaart in mijn leven. En heb dus zeker geen schone handen en ben echt niet moreel superieur – integendeel, want hoe meer je weet van de werking van de wereldeconomie hoe meer je ziet dat schone handen onmogelijk zijn.
Maar waar ik bij de vraag op triggerde is het feit dat de vraag retorisch werd gesteld. We worden allemaal geacht er vol in te ‘geloven’. En dan wordt het voor mij eng. Als het een ‘geloof’ wordt, dan wordt het ook een religie. Met alles erop en eraan: dominees, priesters en rituelen, hemel en hel, engelen en demonen. En in een religie heiligen de doelen de middelen, vroeg of laat. Dan wordt een mooi idee een ideaal, dan een ideologie en krijgt het een hypnotiserende en bezwerende werking die leidt tot massavorming. Massavorming is een soort collectief moralisme waarin een grote groep mensen elkaar in bedwang houdt, met behulp van hun media en hun politici, die moeten meedansen in het ‘geloof’. En voor het breed gedragen geloof mag en moet dan alles wijken.
Ik denk dat we inmiddels (ik schrijf dit in 2023) vol in een klimaatreligie aan het komen zijn. Kenmerken zijn dat er geen tegenspraak en kritiek meer wordt geduld en dat kritische stemmen – los van of ze gelijk hebben – langzaam maar zeker gemarginaliseerd, gecensureerd of zelfs verboden worden. Een zorgelijke maatschappelijk trend. Om even concreet te zijn: LinkedIn zou dit ook met deze post kunnen doen – ze doet dit namelijk heel vaak en vele hoogleraren en experts worden van dit platform geweerd omdat hun mening volgens bepaalde ‘consensus’ gevaarlijk zou zijn. LinkedIn, en ook Youtube, is dus soms een bubbel van ‘consensus’.
De rechtvaardiging van censuur is ongeveer: “dat wat niet binnen de consensus valt is dus een leugen en dus gevaarlijk en mag dus worden bestreden”. Het onuitgesproken uitgangspunt is dus dat een mens onvoldoende voor zichzelf kan denken. Of in ieder geval ’de ander’ mag dat niet, want die kan dat zogenaamd niet aan.
De brengers van een afwijkend geluid worden daarom in de ogen van de consensus-massa terecht gedemoniseerd. Ook hier heiligt het doel de middelen, en vinden discussies vaak plaats met ‘ad hominem’-argumenten, dus op de mens gespeeld – ook een kenmerk van een religie. De motieven en levensweg van de brenger van een kritisch geluid worden gebruikt om hun argument niet te hoeven overdenken.
Je zult begrijpen dat ik enthousiast ben over de nieuwe koers van Twitter dat deze uitsluiting op basis van een semi-wetenschappelijke ‘consensus’ niet meer ondersteunt. Consensus is namelijk geen middel in het wetenschappelijke proces, ook al zijn sommigen dat gaan ‘geloven’.
Ook merk ik het religieuze gehalte aan de vorm van het politieke debat en de voorstellen die rondgaan: bijvoorbeeld als er een kabinet is dat voor tientallen miljarden aan uitgaven wil doen voor het klimaat, en dus onttrekken aan de zorg en het onderwijs, want daar moet op worden bezuinigd. En dat dit onzekere en ook naar hun eigen inschatting weinig effectieve plan als vanzelfsprekend wordt gebracht, terwijl het ook veel directe schade zal aanbrengen aan de huidige maatschappij in de vorm van meetbare verarming, ofwel inflatoir dan wel door verschraling van de maatschappij. De verdediging? ‘Consensus’, en ‘anders geen planeet om op te leven’ in een verre toekomst. Dat laatste slaat elk gesprek dood. Een kenmerk van een religie is dat het met angstbeelden over een vreselijke toekomst (hel) schermt om de ander tot een bepaald gedrag te dwingen. “Als jij niet met mijn plan akkoord gaat… dan ben je dus voor een ‘hel’, en dus een moordenaar! En dus hoef ik niet naar je argumenten te luisteren.”
Waarom is het zo belangrijk dat echt iedereen hetzelfde vindt van de snelheid en oorzaken van klimaatverandering? Waarom mogen twijfels en nuances niet meer? Het argument zal misschien zijn: dat is tegen de niet aflatende stroom desinformatie die door ‘big oil’ is verspreid (de duivel). Mijn vermoeden is echter dat daaronder de angst voor de verleidingskracht van de duivel zit, dus angst voor eigen zwakheid. Eigen zwakheid van argumenten, en zwakheid van karakter.
En daarom ‘geloof’ ik dus niet in klimaatverandering. En ‘by the way’, ook niet in: ‘veilig en effectief’.
Ik vertel mezelf ook weer bij deze: gewoon naar iedereen blijven luisteren, ook al is dat moeilijk. Niemand weren en niemand demoniseren. Dus ook niet online schelden. Want al die daden maken mijn hart tot een hel.