Directe link:
Directe link:
Dat praten over schaarste een beetje taboe is heb ik een vorig blog verteld. Dat is niet zo gek. Schaarste is een tekort, klinkt als ‘minderen’, als ‘zuunigheid’, en dus gewoon niet leuk. Het is een onwelkome boodschap. Ook voor mij.
Schaarste en eindigheid is zeker niet welkom in een wereld die op het groei-paradigma is gebouwd. Maar waar niet is, verliest de keizer zijn rechten. Zelfs keizer GDP.
Eindigheid wordt natuurlijk niet maar even opgelost door ‘de onzichtbare hand’, de economie die prijzen zal doen stijgen en de vraag zal doen dalen. Dat moet geholpen worden door duidelijke actie van overheden, bedrijven en consumenten. Om met die laatste te beginnen, quote ik graag Louise Vet van het NIOO: “We hoeven niet te consuminderen maar moeten consumanderen.”
Maar nu eerst even recht voor zijn raap even het schaarste-beest in de ogen kijken. Want schaarste, als in eindig, is logisch in een eindige wereld.
We kunnen als eerste kijken naar de basisstoffen, de moleculen of grondstoffen voor de productie van onze goederen en eten. Dan komen er elementen als Kobalt en Fosfaat in het nieuws. En nog tientallen meer. Wetenschappelijke bronnen spreken duidelijke taal met tijdlijnen tot het moment van ‘het is helemaal op’ van soms niet meer dan tientallen jaren.
Niet alleen de hoeveelheid maar ook de staat en beschikbaarheid en winbaarheid van een grondstof is van belang. Een voorbeeld is drinkwater – er is meer dan genoeg water op de planeet, maar niet als schoon drinkwater. Er is meer dan genoeg zand, woestijnen vol, maar niet van het goede zandsoort om van te bouwen. Er is meer dan genoeg grond maar steeds minder vruchtbare grond met een gezonde bovenlaag.
Het langzaam of compleet uitsterven van soorten is ook een vorm van schaarste want het is het begin van het einde van ecologische systemen. Het feit dat we een insecten-reductie van driekwart hebben, en dat de bijen daar ook onder vallen kan ook een zware dobber worden voor onze voedselvoorziening. Die geel-zwarte rakkertjes die gratis en gretig de bestuiving doen van onze bloemen en planten zijn ook een schaars ‘goed’ aan het worden. En wij maar lekker als struisvogels onderhoudsarme tuintjes aanleggen van grijze betontegels.
Nu nog het echt slechte nieuws. En daarna naar het goede nieuws.
Schaarste is niet zo erg omdat er iets dan ‘op’ is, met wat voor definitie je daarvoor ook hanteert. Dat zal namelijk waarschijnlijk nooit gebeuren. De weg ernaartoe is veel gevaarlijker: door een zeer sterke stijging van prijzen kan er grote politieke druk komen. Sterke landen hebben in het verleden bewezen dat ze bereid zijn annexatie- en kolonisatiepolitiek te voeren voor het veiligstellen van hun bevoorrading. En aangezien we inmiddels een wereldeconomie hebben waarin elk land hetzelfde type producten en productiemethodes heeft, van China, tot Rusland en Amerika, kan het resultaat van deze politiek ultimo een wereldoorlog zijn.
Wiens schuld is het? Die van ons allemaal natuurlijk.
Volgens Louise Vet is de groei van de wereldbevolking ’the elephant in the room’ – het taboe-onderwerp waar we niet over willen praten, maar dat we wel zouden moeten doen. Dat is zeker zo, en dan natuurlijk niet om ‘het aantal’ op zich – het gaat om het gedrag van die groeiende groep ‘consumenten’. Als we alleen naar de aantallen gaan kijken kunnen er zomaar radicale oplossingen worden genoemd, zoals ik tot mijn schrik soms hoor: gedwongen geboortebeperking of het terugdringen van de bevolking door oorlog. Dat is pas doemdenken; als het leven van een individueel mens niet meer waardig is en er geen geloof meer is in onze mogelijkheden tot verandering.
Ik ben het roerend met Peter Diamandis eens als hij zegt dat je altijd positief moet blijven kijken om de kansen te blijven benutten. En dat er genoeg oplossingen voor handen zijn. En dat alles oplosbaar is. Dat ben ik helemaal met hem eens! Tegelijk ben ik bang dat het Blijde techno-evangelie van zijn Singularity University ons in een roes sust en we daardoor de acute ernst niet onder ogen willen zien. Niet iemand, ooit moet het doen. Maar wij, nu.
En het kan. Zelfs gezonder en leuker. Dat laten Braungart en McDonough, bekend van ‘Cradle to Cradle’ zien. De oplossing: inzet van natuurlijke en renewable resources. Zie daarvoor het model van The Upcycle, een inspirerende visie die de weg omhoog beschrijft: ontwerpen voor en vanuit de natuur. Dus tegelijk aan twee kanten werken: minder vervuilende en schaarse grondstoffen en meer natuurlijke en hernieuwbare grondstoffen. Niet alleen minder slecht maar ook meer goed doen. Slim ontwerpen.
Dan hoeft het niet ‘minder’, want de natuur is niet zuunig.